Sint Philipsland - Het kleinste eiland in de Zeeuwse Delta. Stamdorp van de Zeeuwse tak van de familie Kempeneers. De eerste, Gillis, streek er neer nadat hij zijn vrouw er had ontmoet. Hieronder volgt de geschiedenis van dit bijzondere eiland tot de watersnood van 1953.
|
Het begin.
De historie van Sint Philipsland begint in het
jaar 1487. In dat jaar begint men met de bedijking van de schorren
Roosenboom, Ruucstoppelen, die Weelden en Graefnisse of Betkinslandt.
Het initiatief van deze bedijking kwam van ene Anna van Bourgondie en haar man Adolf van Kleef. Anna was een buitenechtelijke dochter
van hertog Philips de Goede en Jacqueline van Steenberghe.
Anna bepaalde dat de naam van het dorp op het
ontgonnen eiland Sinte Philipsland moest zijn. Dit komt van de
apostel Philippus, een leerling van Johannes de Doper. Waarschijnlijk
heeft het ook wel te maken met de naam van haar vader, hertog
Philips. Kort na de eerste bedijking, in 1511, liep de polder echter weer
onder. Het werd echter weer spoedig droog gemaakt. Echter, op
5 november 1530, tijdens een hevige stormvloed, liep de polder
weer onder. Ook deze keer werd het dorp en de polder weer droog
gelegd. Begin 1531 waren de dijken weer geheel hersteld. Maar
lang mocht dit niet duren. Op 2 november 1532 overstroomde de
polder opnieuw. Dit keer werden de dijken niet hersteld. De laatste
bewoners trokken weg. Sinte Philipsland was van de kaart verdwenen.
|
De herbedijking.
Begin 1600 werden de schorren en slikken langzamerhand weer door
mensen bevolkt. Het eiland werd vooral gebruikt voor de schapenteelt.
In de 40er jaren van 1600 waren de slikken eigendom van Jacob
van Baerlandt uit Antwerpen, Gerard van der Nisse uit Goes, de
erfgenamen van Anthony Maneyque uit Voorburg en mr.Hendrik Sasse
van Weldam uit Utrecht. Van deze vier zijn het Van Baerlandt en
vooral Van der Nisse geweest die de plannen voor de bedijking
hebben uitgewerkt. Zij verzochten de Staten van Zeeland octrooi
tot bedijking van circa 1500 gemeten schorren. Op 22 juni 1644
kregen zij de gevraagde vergunning. Echter, er kon toen niet gelijk
worden begonnen met de bedijking, omdat het niet voor het stormseizoen,
1 oktober, klaar kon zijn. In het voorjaar van 1645 kwam de ruim
10 kilometer lange ringdijk gereed. Na 113 jaar bestond er weer
een eiland Sint Philipsland. De polder werd in zeven stukken opgedeeld.
Deze zeven kavels werden vervolgens door loting toegewezen aan
de zeven investeerders, evenredig aan de grootte van hun investering.
|
De dammen.
Tot twee keer toe is er geprobeerd een
dam te leggen tussen Sint Philipsland en Tholen. De dam moest
er komen om te voorkomen dat 'het Slaak' en 'de Eendracht' dicht
zouden slibben.In 1662 kwam men erachter dat men, lees de e.v.t vijandelijke
troepen, bij eb te voet vanaf het vasteland de Zeeuwse eilanden
konden bereiken. De raadspensionaris, toendertijd Johan de Witt,
deelde de Staten van Zeeland mede dat de Raad van State een financiële
bijdrage zouden leveren bij het leggen van de dam. In 1663 werd de eerste dam gelegd. Deze brak echter in de herfst
van dat jaar al weer door. Opnieuw werd er een dam aangelegd,
maar deze brak in 1671 weer door. Hierna is er geen nieuwe dam
meer gelegd.
|
De polders.
In de loop der jaren is het eiland Sint Philipsland regelmatig
groter gemaakt door nieuwe bedijkingen. In 1776 werd de Henriëttapolder
aangelegd. Deze polder werd genoemd naar de initiatiefneemster
van deze bedijking, de ambachtsvrouwe Henriëtta Margereta
van Hoorn-de Mauregnault. Zij kreeg in 1753 octrooi tot bedijking.
Dit is toen niet doorgegaan omdat Godard baron van Tuyll van Serooskerke
zijn rechten niet wilde verkopen noch medewerking wilde verlenen. De tweede uitbreiding van Sint Philipsland vond plaats in 1847.
In dat jaar werd er octrooi verleend aan Willem Frederik del Campo,
genaamd Camp, de latere burgemeester van Sint Philipsland, om
de schorren van Rumoirt en Nicke ten noordwesten van de Oude Polder
te bedijken. Op 10 juni 1847 begon met met de aanleg van een 8
kilometer lange zeedijk. Deze dijk was op 1 november van dat jaar
gereed, in krap vier maanden. Deze polder werd Anna Jacobapolder
genoemd, naar de vrouw van bedijker Del Campo, Anna Jacoba van
Sonsbeeck.Tegelijkertijd met deze polder
werd deKramerspolder aangelegd. Deze bedijking is genoemd naar
de toenmalige burgemeester van Sint Philipsland.
Aan de westzijde van de Anna Jacobapolder lag nog een strook grond die niet bedijkt mocht worden. Del Campo liet in 1885 30 hectare van deze strook grond met een zomerkade omringen. In 1856 kwam dit werk gereed, maar op 18-19 september van dat jaar werd er een gedeelte van deze kade weggeslagen. De schade werd hersteld, maar telkens werd de kade opnieuw beschadigd. Daarom werd er in 1859 een kade opgetrokken tot aan de zeedijk, waarmee de Willemspolder een feit was.
In 1850 vroeg Adrianus van Haaften, de latere burgemeester van Sint Philipsland (1856-1860), concessie aan om een dam te leggen door het Slaak. Na drie jaar verkreeg hij die concessie, maar het zou nog tot 1858 duren eer er werd begonnen met de aanleg ervan. Op 24 maart 1859 werd de dam officieel geopend. Echter, de dam was te laag en werd door golfslag zo aangetast dat de dam in 1860 moest worden afgesloten voor het verkeer. Op 3 november 1860 onstonden er enige doorbraken, zodat er geen verkeer meer mogelijk was tussen Sint Philipsland en Brabant. Pas in 1884 werd er besloten dat de verbinding moest worden hersteld, maar deze zou niet op de oude plaats komen. De nieuwe Slaakdam kwam nu grotendeels zuidelijker te liggen, op zijn huidige plaats.
In 1906, 22 jaar na de aanlegging van de Slaakdam begon met men de bedijking van de schorren ten noorden van de dam. Deze polder kwam hetzelfde jaar klaar en werd de Prins Hendrikpolder genoemd, naar de prinsgemaal van Koningin Wilhelmina. Op 30 september 1911 vond echter ook bij deze jonge polder een dijkdoorbraak plaats. Men besloot het gat te dichten door binnenwaarts van het gat een nieuwe dijk aan te leggen. Dit betekende een verlies van 5 hectare land.
Bij de bedijking van de Willemspolder waren er enkele dammen gelegd om de aanslibbing te bevorderen. Een van die dammen was een 650 meter lange slikvanger voor de zuidelijke mond van de afgedamde Bruintjeskreek. Mede omdat het dijkgedeelte daar moest worden verbeterd, werd er in 1933 concessie aangevraagd om de Zuiderschor, gelegen voor de afgedamde Bruintjeskreek, te bedijken. Onder leiding van de Nederlandse Heidemij werd er begonnen met het werk in het kader van de werkverschaffing. Op 25 juni 1935 werd de dijk gesloten en was er weer een nieuwe polder bij. Deze polder kreeg de naam Abraham Wissepolder, naar de toenmalige dijkgraaf Abraham Wisse
De ramp.
Op zaterdag 31 januari 1953 waarschuwde de radionieuwslezer voor
een zware storm en gevaarlijk hoog water. In Sint Philipsland
had het havenplateau al onder water gestaan, maar dit gebeurde
ieder jaar wel een paar keer zodat niemand daar van opkeek.
Rond 23.00 uur stond het water echter al net zo hoog als normaal
bij vloed en het zou pas om 5 uur hoog water zijn. Kort na 3 uur,
1 februari 1953, sloeg het water over de zeedijk. Omstreeks dat
tijdstip werd ook de bevolking gealarmeerd. De sirene loeide ruim
een kwartier. Ten westen van het dorp Sint Philipsland werd de zeedijk door
het overstortende water min of meer uitgehold. Er ontstonden twee
gaten. De westelijke dijk werd eveneens zwaar beschadigd. Hierdoor
liep de oude polder vol. Doordat de Oostdijk te laag was, liep
de Henriëttapolder ook spoedig vol. Rond drie uur liep ook
de Willempolder vol, doordat de zeedijk op twee plaatsen doorbrak.
Nadat de Willempolder was ondergelopen, stroomde het water al
spoedig de dijk over, de Anna Jacobapolder in. Na deze polder
kwam ook de Kramerspolder blank te staan. De dijken van de Abraham Wissepolder hielden stand, maar de polder
stroomde toch vol door gebrek aan lozing. De enige polder van
Sint Philipsland die droog bleef was de Prins Hendrikpolder.
De website.
In 2001 is in Sint Philipsland een Heemkundekring
opgericht. De naam van deze kring is Philippuslandt.
De kring is mede opgericht door de maker van de genealogie op
de onze site, Jan Kempeneers. Inmiddels is er ook een website
van de vereniging online. Op de site staat de geschiedenis van
Sint Philipsland en elke maand wordt er een apart thema belicht.
Ook is er de mogelijkheid je te abonneren op een nieuwsbrief .
Al met al de moeite waard om de site te bezoeken. Klik hier om de site te bezoeken.